Cognitieve gedragstherapie voor jongeren
Cognitieve gedragstherapie: inzicht in eigen gedachten
Hoe je denkt, heeft invloed op hoe jij je voelt en op je gedrag. Dat is het uitgangspunt van cognitieve gedragstherapie. Van veel gedachten zijn we ons niet bewust, ze komen automatisch in ons op. Deze gedachten kunnen tot verdrietige, boze, angstige, neutrale of juist positieve gevoelens leiden. In de behandeling onderzoek je samen met je behandelaar hoe jouw denkwijze je gevoel en je gedrag beïnvloedt. Vervolgens leer je vaardigheden om dit te veranderen.
Cognitieve gedragstherapie: helpende gedachten
Als je vanuit negatieve gedachten kijkt naar gebeurtenissen in je leven, kun je angstig, somber of geïrriteerd raken. Die gedachten bepalen de manier waarop je dingen aanpakt. Wat je doet, beïnvloedt weer hoe jij je voelt. Naast negatieve gedachten zijn er ook ‘helpende gedachten’. Dat zijn gedachten die je een prettig of neutraal gevoel geven. Door je gedachten te veranderen, wijzigen ook je gedrag en je gevoel. Het doel van cognitieve gedragstherapie is het aanleren van helpende denk- en gedragspatronen.
De behandeling bij cognitieve gedragstherapie: onderzoeken en oefenen
Cognitieve gedragstherapie richt zich vooral op het heden. Samen met je behandelaar bespreek je situaties waar je tegenaan loopt en onderzoek je welke gedachten daarbij een rol spelen. Vervolgens helpt de behandelaar je om met beter passende gedachten en gedrag te leren reageren op die situaties. Hiervoor doe je oefeningen en thuisopdrachten.
Lize durft geen presentaties te houden op school. Bij een spreekbeurt krijgt ze last van hyperventilatie en hartkloppingen en is ze bang om flauw te vallen. Van de docenten krijgt ze soms een vervangende opdracht. In de behandeling ontdekt Lize dat ze last heeft van negatieve gedachten. Bijvoorbeeld: ‘Mijn klasgenoten vinden mij raar.’ Door die gedachte voelt ze zich angstig en verdrietig. Dat ze soms geen presentaties hoeft te houden, vindt ze wel fijn. Maar het bevestigt haar idee dat ze anders is. Als de behandelaar vraagt of ze ook een helpende gedachte kan bedenken, weet Lize er één: ‘Veel mensen vinden een presentatie houden spannend.’ Lize gaat oefenen met nieuw gedrag. Bijvoorbeeld: een presentatie houden voor haar behandelaar, of iets vragen aan onbekenden op straat. De helpende gedachten geven haar moed om dit te doen, ook al vindt ze het wel spannend. Haar behandelaar daagt haar uit om te doen wat ze niet durfde en te kijken wat dat doet met haar gevoel en haar gedachten over zichzelf. Als Lize een presentatie houdt voor de klas, is ze nog wel zenuwachtig. Maar de angst is minder heftig dan ze dacht en ze krijgt complimenten van haar klasgenoten. Blijkbaar vinden ze haar niet raar, maar dapper.
Werkwijze cognitieve gedragstherapie: actief, doelgericht, kort
Cognitieve gedragstherapie is een actieve, doelgerichte therapie. Je krijgt regelmatig thuisopdrachten mee, zoals vragenlijsten en oefeningen. Zo kun je ook in je thuissituatie, op school of op je werk ervaringen opdoen die je weer bespreekt in de behandeling. Door deze manier van werken is de duur van cognitieve gedragstherapie meestal relatief kort.
Het effect van cognitieve gedragstherapie
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat deze behandelmethode een gunstig effect heeft bij verschillende soorten psychische problemen. Ook is steeds duidelijker aangetoond dat de werkwijze met thuisopdrachten, oefeningen en samenwerking met de behandelaar een gunstig effect heeft.